Spaarhypotheek
Vandaag wil ik het hebben over spaarhypotheken. Hoewel het fiscaal gezien niet meer aantrekkelijk is om een nieuwe spaarhypotheek af te sluiten, blijft het begrip spaarhypotheek door het overgangsrecht de komende decennia nog steeds van belang.
Bij een spaarhypotheek wordt maandelijks een bepaald bedrag ingelegd om aan het einde van de looptijd de hypotheeksom te kunnen terugbetalen. Kenmerkend daarbij is, dat de rente die betaald wordt, gelijk is aan de rente die ontvangen wordt op de inleg. Het bedrag dat maandelijks ingelegd moet worden is afhankelijk van de rentestand. Naarmate het rentepercentage hoger is, zal de maandelijkse inleg lager zijn en vice versa.
Om het te verduidelijken hierbij een voorbeeld:
We nemen een spaarhypotheek met een bedrag van 100.000 euro en een rentepercentage van 5 % op jaarbasis. Wat zijn de bedragen die jaarlijks betaald moeten worden om over 30 jaar de hypotheek te kunnen aflossen?
Per jaar moet er 5.000 euro aan rente betaald worden en 1.441,86 euro aan inleg, of 120,15 euro per maand. De totale bruto jaarlasten zijn 6.441,86 euro.Over de hele looptijd wordt dan voor een hypotheek van 100.000 euro, 193.255,78 euro betaald.
Als we nu uitgaan van een rentepercentage van 2,5%, wat zijn dan de bedragen? Per jaar moet er 2.500 euro aan rente betaald worden en 2.241,45 euro aan inleg. De brutojaarlasten zijn dan 4.741,45. Over de hele looptijd wordt 142.243,52 euro bruto betaald.
In dat geval kun je dus het beste een hypotheek hebben met een zo laag mogelijk rentepercentage. Maar in Nederland kunnen we de betaalde hypotheekrente aftrekken.
Bij een percentage waartegen afgetrokken kan worden van 42% wordt het volgende betaald:
- 2,5 % per jaar 1.450 euro aan rente en de inleg blijft 2.241,45. Netto is dat 3.691,45 per jaar. Over de hele looptijd wordt 110.743,52 euro betaald.
- 5 % per jaar 2.900 euro aan rente en de inleg blijft 1.441,86. Netto is dat 4.341,86 per jaar. Over de hele looptijd wordt 130.255,78 euro betaald.
Er kan dus het beste voor een zo laag mogelijke rente worden gekozen. Of toch niet?
Als we de eerste 21 jaar 2,5 % betalen en de laatste 9 jaar 5% dan zijn de netto kosten bij 42% hypotheekrenteaftrek over de hele looptijd 106.108,23 euro.
Sinds 1 januari 2014 daalt de hypotheekrenteaftrek van 52% elk jaar met 0,5%. Als we uitgaan van dat percentage waartegen de betaalde hypotheekrente afgetrokken kan worden, betalen we over de hele looptijd 105.526,31 euro. Hierbij is het voordeliger om de eerste 20 jaar 2,5 % te betalen en de laatste 10 jaar 5%.
Als stelregel kunnen we aanhouden: betaal de eerste 20 jaar een zo laag mogelijke rente en de laatste tien jaar een zo hoog mogelijke rente.
Maar de lage hypotheekrente krijg je alleen als er gekozen wordt voor een korte looptijd. Hierdoor zijn er eerder rentestijgingen mogelijk. We hebben gezien dat er dan meer betaald moet gaan worden. Het kiezen voor een langere looptjd betekent meer zekerheid voor wat er maandelijks betaald moet worden en voor die zekerheid moet een premie betaald worden. Wat de voorkeur heeft, hangt af van de persoonlijke situatie. Hier zal ik later nog een keer aandacht aan besteden. De inkomensontwikkeling in de toekomst heeft gevolgen voor welke hypotheekvorm het beste past.